Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die u [91]roeien, hebben u in [92]grote wateren gevoerd; de [93]oostenwind heeft u verbroken in het hart der zeeen. 91. Dat is, uwe regenten, koningen en vorsten, die uwe leidslieden zijn, gelijk de roeiers in de schepen. 92. Of, geweldige; dat is, in groot gevaar en nood van schipbreuk. Vergelijk 2 Sam.22:17. Of, gij zijt tot zulk ene hoogte opgeklommen, dat uw val des te zwaarder zal zijn, waartoe gij de aanleiding hebt gegeven door uw grote pracht, gelijk schepen, in zware ruime wateren met hoge zeilen gevoerd, te lichter van den storm worden getroffen en verbroken. 93. Zie Ex.10:13; Job 27:21; Ps.48:8, en boven hfdst.17 vs.10.